Hoewel we de eerste stagedagen vreesden dat er
maar weinig te doen zou zijn op maternity
ward, hebben we intussen weer een heleboel meegemaakt.
Het begon met twee
gevallen van placentaloslating, op twee opeenvolgende dagen. Eenmaal bij Louisa
in de shift, een andere keer bij Rosa. Voor degenen die niet weten wat dit is:
de moederkoek die de baby in de baarmoeder van zuurstof en voedingsstoffen
voorziet, kan in sommige gevallen loskomen van de baarmoederwand, met een
bloeding tot gevolg. Hoewel dit een erg acute situatie is, bleven de
vroedvrouwen buitengewoon kalm. Eerst een hele poos wachten op de gynaecoloog
om de diagnose te stellen (die wij natuurlijk wel al gesteld hadden),
vervolgens overgaan tot een spoedkeizersnede, die hier overigens niet bepaald
met spoed gebeurt. Wel leuk om onze kennis over hoog-risicoverloskunde nog eens
te testen.
Daarbovenop kregen we te maken met een geval van
eclampsie, een eerder zeldzame zwangerschapscomplicatie waarbij de zwangere
gaat stuipen. Dit wordt in de volksmond ook wel zwangerschapsvergiftiging
genoemd. De vrouw werd doorverwezen vanuit een ziekenhuis uit Fundong, een
klein naburig ziekenhuis. Ook in dit geval werd tot een
met-niet-zo-veel-spoedkeizersnede overgegaan.
Om het rijtje af te sluiten, lag hier al enkele
dagen een vrouw met strikte bedrust vanwege placenta praevia, waarbij de
placenta gedeeltelijk voor de baarmoederhals ingeplant is. Om bloedingen te
voorkomen, mocht deze vrouw ABSOLUUT het bed niet uit. Weinig tot onze
verbazing, kreeg de vrouw uiteindelijk toch een massale bloeding op de bedpan,
waardoor ook zij een ‘spoedkeizersnede’ kreeg.
Resultaat? 5 premature baby’s in 4 min of meer werkende
incubators, daar hebben we ons werk wel mee! Aangezien hier weinig tot geen postpartale
zorgplannen zijn, laat staan voor zulke gecompliceerde bevallingen, hebben we
onze handen vol gehad met het opvolgen van het maternaal welzijn. Niet alleen
het nemen van vitale parameters (waartoe de zorgverlening hier doorgaans
beperkt is), maar ook de verloskundige parameters (baarmoeder, bloedverlies, …)
en communiceren met de artsen omtrent de verdere behandeling. Iets waar de
vroedvrouwen hier niet zo veel ervaring/zin in hebben.
Zoals jullie kunnen lezen was het een bewogen
week!
Stand van
zaken? Marie heeft al 2
bevallingen kunnen doen, Louisa één en Rosa wacht nog steeds af. Wanneer de
studenten van Bamenda hier in maart weggaan, hopen we eindelijk in gang te
kunnen schieten. Gelukkig is maart volgens de vroedvrouwen de maand van de ‘babyboom’.
Laat maar komen die baby’s!
No comments:
Post a Comment